“Gooi die voetbalschoenen maar in de prullenbak! Jij bent echt de stomste trainer ooit. Ik ga noooit meer!” Deze opbeurende woorden sprak mijn 5-jarige na zijn eerste voetbaltraining. Hij had er vooraf zo’n zin in: Ik ging (samen met een andere moeder) de training geven, zijn vriendjes zaten in hetzelfde team en hij mocht zelfs zijn nieuwe sokken aan. Kortom: een succesformule. Maar toen hij samen met zijn team aan het eind van de training een partijtje speelde tegen een ander team vlogen de tegendoelpunten om zijn oren. Een dikke deceptie tot gevolg. Nee, hij ging “écht nóóit méér vóetballen”.

 

De wereld van een kleuter is er een van uitersten: het is óf helemaal goed óf helemaal niks. En hoewel mijn 5-jarige voor de training nog dapper zei: ‘Eigenlijk ben ik gewoon overal goed in hè,’ vielen die tegendoelpunten rauw op zijn dak.

Die uitersten zijn trouwens niet alleen voorbehouden aan kinderen. Ook volwassenen kampen ermee. Je herkent het zelf ook vast wel: Je start razend enthousiast met iets, maar door interne of externe factoren verlies je snel je plezier. Of je merkt dat je toch niet zo snel, handig of slim was als je zelf van te voren bedacht had. En voor je het weet is je enthousiasme tot een nulpunt gedaald.

Het ontstaan van angst
Het model van Knoster (zie afbeelding hieronder) laat heel duidelijk zien wat er aan de hand is wanneer we zo’n teleurstelling moeten verwerken. Wanneer je een bepaalde visie hebt (‘ik kan goed voetballen’), je ziet het belang in van je teamsport (‘lekker samen voetballen met mijn vrienden’), je hebt een goed plan (‘elke woensdag trainen’) en je beschikt over de juiste middelen (‘een trainer, een grasveld, ballen en pionnetjes’), dan komt het aan op competentie. Jouw kunde. Wanneer die competentie ontbreekt ontstaat er angst. Kan ik het wel? Leer ik het ooit? Ben ik goed genoeg? Wat zullen anderen van me denken? Ik heb toch vaak geoefend, waarom lukt het dan niet?

Stap voor stap
Aan de trainer de schone taak om de jonge voetballertjes zelfvertrouwen te laten ontwikkelen. Ze te tonen dat je niet overal (meteen) even goed in bent. Maar dat je wel kunt leren. En dat wij als trainers er zijn om ze te helpen. Dat we ze stap voor stap laten groeien. Dat de tegenstander van vandaag érg goed was, maar dat we volgende keer oefenen tegen kinderen van dezelfde leeftijd en hetzelfde spelniveau, zodat ze op een fijne, rustige manier ervaring op kunnen doen.

Samen op onderzoek uit
En dat geldt niet alleen voor 5-jarige voetballers die hun eerste stappen op het veld zetten. Ook in het bedrijfsleven komt dit terug. Nieuwe situaties roepen angst op bij (het gevoel van) gebrek aan competentie. Gaat er iets veranderen in jouw bedrijf en wil jij jouw medewerker écht mee krijgen? Wil je draagvlak wilt creëren, dan is het van groot belang dat je gehoor geeft aan deze angst. Onderzoek samen of de angst gegrond is: is jouw medewerker competent? Missen ze vaardigheden? Kun je deze vaardigheden trainen? Lukt het om met de juiste vaardigheden deze angst weg te nemen? Of zit er nog iets anders achter?

Schoenen uit de prullenbak
Communicatie is hierbij van essentieel belang. Met de juiste communicatie kun je mensen raken, ze prikkelen, informeren en overtuigen. Ze meenemen in jouw verhaal, hun angsten verwoorden, hun frustraties wegnemen. Zorgen dat ze hun voetbalschoenen uit de prullenbak halen, ze weer aantrekken en met plezier het veld op rennen voor hun volgende training.

Tijdens een strategiesessie of het 1-op-1 traject vertel ik jou hoe je dit voor elkaar krijgt. 

Boek hier jouw gratis adviesgesprek

Meld je eenvoudig aan voor een digitaal adviesgesprek (30 min) via het contactformulier)

Terug naar het blogoverzicht.

Terug naar de homepage.